- Rijsoord, 31 Juli. Jl. Maandag deed zich alhier een ongeluk voor, dat zich ernstig liet aanzien. Den arbeider W.N., die met een boerenwagen geladen met vlas uit wilde wijken voor een andere, trof het ongeluk dat een der paarden schrok en beide dieren op den hol sloegen. Het vlas vloog over de dijk, de wagen werd uit elkander geslagen, de paarden liepen op een naburig erf en vielen, verward in het tuig, op den grond. Een tweetal kinderen die ook op den wagen zaten en de arbeider kwamen er met den schrik af.
- De schoenmaker L. Schipper maakte een rijtoertje naar R. Daar gekomen had hij het ongeluk in een der rails van de tram te rijden, met het gevolg dat een der wielen van zijn rijtuig brak en de wagen het onderste boven tuimelde. De heer S., die evenwel niet vlug ter been is, sprong op de hit, leende een paar andere wielen en reed weer naar huis als ware er niets gebeurd.
- Eenige kinderen reden elkander om de beurt in een hondenkar. Dit spelletje had geen vroolijken afloop. Op eens dat men weer met een toertje zou beginnen, viel de kar boven van den dijk in een nog al vrij diepe sloot. Door de spoedige hulp van eenige toegeschoten mannen gelukte het hen beiden op het droge te brengen. Zij kwamen er met den schrik en een nat pak af.