Rijsoord, 22 Januari. Maandag had ten huize van den heer A. Noorlander onder onze arme kinderen eene uitdeeling plaats van kleedingstukken, poppen en andere speelgoederen, te zamen plus minus vierhonderd stuks. Van waar dit alles, is de vraag die wellicht rijst en het antwoord luidt: van over den grooten Oceaan uit Jowa [Iowa], N.-Amerika.
Bij den heer Noorlander waar verleden jaar niet minder dan zestig vreemdelingen hun intrek namen, bevond zich twee jaar geleden ook voor geruimen tijd de heer W. Reaser en echtgenoote met hun lieveling Margreet, hun eenigst kind.
Volgens verlangen der ouders bewoog hun Margreet zich onder onze kleinen en speelde met hen. Het was aardig te zien hoe dit lieve kind met haar lang, zwart krullend haar en vreemde kleeding zonder geleide met zonde kinderen omging, zelfs met de armste uit de buurt. Zien wij onze schoolkinderen wel eens spelde met een boterham in de hand, ook de kleine Margreet moest met eene boterham in de hand mee spelen.
De tijd brak aan dat de heer Reaser met zijn gezin naar Parijs vertrok, waar hun kind ernstig ongesteld werd. Spoedig vernamen wij dat de kleine Margreet hard ziek geworden was en in hare ijlende koortsen steeds bezig was met Rijsoord, zelfs de kinderen die met haar hadden gespeeld, bij name noemden.
Eindelijk klonk de treurmare door Rijsoord, de kleine Margreet is te Parijs gestorven. Nu rees bij de bedroefde ouders de vraag waar zal de laatste rustplaats zijn van onze lievelinge en zij besloten dat het daar moest zijn, waar zij vroolijk gespeeld en gedarteld had en de naam van welke plaats zij in haar ziekte telkens op de lippen had. Wel waren hier bezwaren aan verbonden maar door tusschenkomst van den heer Noorlander werden die overwonnen.
Ofschoon gepaard met groote kosten kwam de heer Reaser met het lijkje van zijn lieve Margreet aan het station te Barendrecht aan en werd dit in eht bijzijn van den heer Noorlander en meer anderen op de begraafplaats in onze gemeente ter aarde besteld. Een krans door den heer Noorlander op het grafje geplaatst, wijst ons waar de kleine Margreet haar laatste rustplaats heeft gevonden. Tot haar aandenken hebben de heer Reaser en echtgenoote, wier leuze het steeds was goed te doen, van over den Oceaan eenige geschenken aan de arme kleinen te dezer plaatse doen bekomen.
Zeker is het dan ook dat de jeugd de prachtige geschenken gretig en met een dankbaar hart aanvaarde.