rijsoord banner

- Rijsoord, 27 Juni. Ds. W. Lamers heeft het beroep naar de Ned. Herv. Kerk te Rotterdam aangenomen.
- Dezer dagen werd bij den landbouwer A. van 't H. een kalf geboren, dat het zeldzame gewicht had van 125 pond.

- Wanneer men onze jeugd langs den Waalkant ziet staan hengelen, moet men er meermalen verwonder over staan, dat er niet meer ongelukken gebeuren. Soms gebeurt het, dat er 4 à 5 jongens op een "stap" staan, niet rustig en stil, maar elkaar duwen en verdringen. Dat zulks niet altijd best afloopt, moest Donderdagavond jl. een jeugdige hengelaar ondervinden. Al spoedig spartelde ons knaapje in de Waal en dreef al aardig van den kant af. Op het angstig hulpgeschreeuw zijner kameraadjes kwam de vrouw van C. van G. toeloopen, wie het na veel moeite gelukken mocht, den drenkeling op het droge te trekken, die waarlijk geen minuut langer te water had moeten liggen, of hij had er het leven bij ingeschoten.

- Woensdag jl. heerschte in ons plaatske eene vroolijke drukte en beweging. Te ruim half tien in den morgen arriveerden een vijftigtal manschappen der pontonniers, voorzien van het noodige materiaal tot het leggen van een brug over de Waal. Nadat de brug, welke geslagen was ten oosten van de Rijsoordsche brug en voor de Rijsoordsche straat gereed was, werd zij spoedig opgebroken, om na eenige rust der manschappen, wedeerom gelegd te worden, waarna paarden en pontonwagens er overheen trokken. Daarna werd alles vervoerd naar het ruime erf van den heer P. Kranenburg aan den Waaldijk, tot het houden van eene oefening in het transporteeren met eene drijvende ponton. Aangezien de eerste oefening, het leggen van eene brug, veel tijd in beslag had genomen, werd de tweede aanmerkelijk verkort, zoo dat van de zes wagens er slechts een over de Waal werd gezet. Dit echt militaire schouwspel, waarbij de houding der manschappen zoowel als die der officieren zeer geroemd werd, lokte heel wat toeschouwers.

zaterdag 28 juni 1902 (25e jg.) Nieuwsblad gewijd aan de belangen van De Hoeksche Waard en IJselmonde No. 2547