- Rijsoord, 6 December. In de Gereformeerde kerk zijn door stemgerechtigde lidmaten gekozen tot ouderlingen de heeren W. Legerstee en J. de Koning en tot diakenen de heeren J. van Nes Joh.s en W. Wilschut Wz.
- De heer J. Appelboom van Rotterdam trad Donderdagavond jl. te 5 uur in de zaal van den heer D. van Warendorp op, om voor kinderen, tegen den geringen entréeprijs van slechts 5 cents tal van lichtbeelden te vertoonen. Behalve eenige gezichten uit allerlei landen, zag men ook in beeld de vertelling van Sneeuwwitje en die van Hans en Greta. Verder werd op doek gebracht: "Een schip in nood", "De man uit de Bergen" en ook vele tafereelen uit de Heilige Schrift. Des avonds te 7 uur was de toegang opengesteld voor volwassenen tegen betaling van 15 cents. Het programma, in 4 groepen verdeeld, werd zoo getrouw mogelijk gevolgd. Veel werd door den heer Appelboom, op zijne manier, verklaard en met ondervindingen uit zijn leven vergeleken, voornamelijk wat de tafereelen uit de Heilige Schrift betreft. Was de opkomst der kinderen niet bijster groot, die der colwassenen was wat beter. Behalve door gebed en dankzegging werden beiden bijeenkomsten door het zingen van een Christelijk lied of een psalm- en een gezangvers geopend en gesloten.
- In de Gereformeerde Kerk alhier traden Woensdagavond jl. als sprekers op de heeren W. van Rooijen, oud-hoofd der Bijzondere School te Ridderkerk en Stephanus Meijer, rebel uit de Kaapkolonie. Na het zingen van Ps. 77:1, het lezen van Klaagliederen V en het gebed, leidde Ds. Sleeswijk Visser beide sprekers bij de talrijke schare in. De eerste spreker, de heer Van Rooijen, begon met de vraag te stellen: "Weet men wel, wat een oorlog is." Menigeen zal zulks wel eenigszins weten, hetzij door het lezen, hetzij door het hooren verhalen, maar wat precies oorlog is, weet spreker ook niet, doch hij heeft wel gevolgen van den oorlog gezien. Aangezien hij pas 14 dagen in Pretoria was, toen de oorlog uitbrak, ging hij niet mee op commando, maar wel één zijner zoons, doe reeds Transvaalsch burger was. Spreker bepaalde zich voornamelijk tot het beschrijven van zijn reis naar, van de onderwijstoestanden in Transvaal en van de manier en zijne ondervin(din)gen op de reis Pretoria - Rustenburg. Toch heeft hij ook nog in lager gelegen aan de Elandsrivier, hetwelk door hem eveneens in den breede werd omschreven. Verder verhaalde hij zijne lotgevallen en oom die zijner zoons tijdens het verblijf der Engelschen in Pretoria en gaf de reden op, waarom hij zich bereid verklaard naar Holland teruggezonden te willen worden. Nog deelde hij mede een staaltje omtrent de ruwheid der Engelsche soldaten tegenover de vrouwen en gaf ten slotte eene ebschrijving van een "beruchte" kamp. Trots aalle gewelddadigheden blijft spreker's overtuiging dat Afrika is, wordt en blijft voor de Afrikaanders en dat Afrika het graf wordt der Engelschen. Na het slagen van Ps. 118:3 en 4 en het houden eener collecte, trad als tweede spreker op de heer Stephanus Meijer. In zijn echt Afrikaansche taal deelde hij mede, dat hij iets vertellen zou van zijne ervaringen van af het ontzet van Ladysmith tot aan de inneming van Pretoria. De slag bij Vetrivier en die bij Zandrivier werd ons in al zijn kleuren afgeschilderd, waarbij hij o.m. deed uitkomen de tactiek der Boeren en de ruwheid der Engelsche soldaten, en liet het aan de noodige opmerkingen niet ontbreken, waarbij hij vooral de stommiteit der Engelschen in het licht stelde. Dat Engeland reeds jaren op den oorlog voorbereid was, bleek wel uit het geval, dat, waar de Boeren de bruggen "opblaasden", de Engelschen dadelijk de noodbruggen sloegen, waarvoor zij het materieel in hun bezit hadden. Ook liet spreker helder uitkomen het verschil in meening op de krijgsraad bij Kroonstadt tusschen de generaals Botha en de Wet. Waarom Pretoria niet door de Boeren werd verdedigd, waarom de Boeren in den slag bij Komatiepoort op Portugeesch gebied moesten vluchten en zich overgeven, werd ons heel duidelijk gemaakt. Door het opgeven van een valschen naam werd het hem mogelijk gemaakt, om geen krijgsgevangen gemaakt te worden. Na het opgeven van de oorzaak en den oorsprong van dezen oorlog, verklaarde hij ronduit, dat Engeland nooit tegen de Boeren is opgewassen, dat het verminderen der commando's een leugen is en dat Afrika het winnen zal. Deze bijeenkomst werd door Ds. Sleeswijk Visser, na het uitspreken van woorden van dank en van vertrouwen, en na het zingen van Ps. 42:7 met dankzegging gesloten.