- Rijsoord, 11 April. W. de Zeeuw en L. Alblas, leerlingen der Dordrechtsche Ambachtschool, hebben deze hoogst nuttige en degelijke inrichting, na volbrachten driejarigen leertijd, verlaten. Behalve een eindrapport, waaruit bleek dat deze beide leerlingen met "voldoende" vorderingen de school verlieten, ontvingen zij ook ieder hun aandeel in het bedrag "arbeidsloon", verder een getuigschrift en als uitzet een bak met gereedschap, waarvan enkele stukken door hen zelf vervaardigd. Mogen beide jongelingen zich niet te schande maken, het nevenstaande devies, hetwelk op het getuigschrift omvatte: "Wie een ambacht heeft geleerd, wordt, waar hij verkeert, geƫerd."
- W.L. te Kijfhoek had zich Dinsdagmorgen jl. per karos naar de woning van F.W. aan den Waaldijk alhier begeven. Daar aangekomen zou een jongen zoolang op het paard passen totdat L. zijne boodschap had verricht. Nauwelijks had de jeugdige paardenoppasser zijn post even verlaten, of de viervoeter het wachten moede, ging er van door. Op de hoogte van Gereformeerde pastorie gekomen, slingerde de karos tegen de manufacturenkar van I.M. De kar, met den daarvoor staande ezel, rolde omver, haar inhoud op den straatweg uitspreidende. Kar, tuig en ezel liepen nogal kneuzingen op. Het paard holde intusschen door, totdat het aan den metselaar A. Sintn(icolaas) gelukken mocht, het tot staan te brengen. Hoewel het paard ongedeerd bleef, had de karos nog al wat averij bekomen.