Dordrecht, 2 Mei.
’t Was op de Pottenkade - vergeving lezers - dat het gebeurde. Met vluggen tred liep een onzer medewerkers gisteren middag over deze veelbesproken kade, verdiept in gepeins over het vergankelijke van al het aardsche, toen plotselingtegen den schilderachtigen achtergrond twee Engelsche dames opschoven, heel langzaam, erg laag dragend haar schildergerei. De strooien matelots - hoofddeksels die zeker niet voor Engelsche dames zijn uitgevonden - beschaduwden twee alledaagsche gezichten, waarin 4 oogen straalden van hartzeer en medelijden. Onze medewerker begreep die droeve oogen niet - we willen zelfs aannemen, dat hij er zich niet erg voor interesseerde - toen eensklaps de oudste der twee dames zonder eenige inleiding vroeg:
- The trees....!?!?”
“Onze medewerker (die van schrik veel van zijn Engelsch verloren had) - ... away (met verklarend handgebaar!)
De Ladies - ? ? a pity. (Verder schoven zij.) Onze medewerker haalde zijn schouders op.