- Rijsoord, 7 Juli. De Nederlander, een Hollandsch weekblad te Chicago (Amerika) verschijnende, schrijft d.d. 6 Juni jl. van Johannes Van der Poel, die alhier den 15 November 1859[sic!] werd geboren en als knaap naar Amerika vertrok, het volgende: "Onze Hollandsche schilder J. Van der Poel wordt meer en meer erkend ook buiten af, als een verdienstelijk kunstkenner, onderwijzer en artist. De Graphic een onzer weekbladen aan kunst gewijd, zegt van hem, na eerst iets meegedeeld te hebben omtrent zijne Hollandsche afkomst: Reeds vroeg gaf hij blijk van dien kunstaanleg welks ontwikkeling begon aan de oude akademie van schoone kunsten. Het duurde niet lang of hij werd daar leeraar en nadat die school werd hervormd tot het "Art Institute", werd hij met de volle leiding der antieke klassen belast. Gedurende dit tijdperk vestigde hij zijn naam als uitmuntend teekenaar en talentvol onderwijzer. Later na zijne tweejarige studie te Parijs werd deze repuratie versterkt en bij zijne terugkomst verraste hij Chicago op zijne eerste proeven van kleurschildering. Deze studie werd dadelijk door onze bevolking hoog gewaardeerd en reeds den eersten avond dat zij ten toongesteld was, verkocht. Deze schilderij is schoon in kleuren, bijna onberispelijk van teekening, rustig van toon en uitdrukking, een boerenmeisje voorstellende, slapend te midden van haar werk. Verleden jaar sleet Van der Poel zijn vacantie weer in Holland en bracht hij een aantal plans voor kleurencomposities mee, die hij later voornemens is uit te werken. Zijne schilderij van dit jaar "Geef ons heden ons dagelijksch brood", is ook een huiselijk onderwerp een nederig gezin in armoedige omgeving, gereed het middagmaal te gebruiken, waarover zij een zegen afbidden. De kleuren op dit werk zijn mischien minder in harmonie dan in zijn eerste werk maar de behandeling is losser, gemakkelijk, terwijl licht en schaduw krachtig zijn en zich aangenaam aandoen. Men voelt zich aangetrokken door het zelfde godsdienstig gevoel wat de "Angelus" kenmerkt. De schilder had hier iets te zeggen, wat waard was gezegd te worden. Ook de gemeenteraad van Indianapolis heeft Van der Poel in zonderheid dank betuigd, toen het bij raadsbesluit hulde bracht aan Chicago's inzendingen op de in die stad gehouden tentoonstelling van kunst."
- 8 Juli. De kerkelijke geschillen alhier zijn nu wel uit den weg geruimd maar thans doen zich geldelijke quaestien voor. Verscheide Ned. gereformeerden (doleerenden zijn er in onze gemeente niet meer) hebben hun zitgeld in de Ned. herv. kerk van het vorige jaar niet voldaan, niet uit onverschilligheid of uit onmacht, maar omdat de kerkvoogdij der Ned. herv. kerk het 1.2 van het zitgeld niet wil aannemen, dat de ned. gereformeerden slechts ...