- Bolnes, 25 Maart. Van de werf der heeren Gebr. Pot, scheepsbouwmeesters alhier, werd heden namiddag met goed gevolg te water gelaten, het gedeeltelijk uit staal en ijzer vervaardigd lichterschip no. 4, gebouwd voor rekening der Hollandsch-Duitsche transport-maatschappij, directeur de heer G.L.W. Peters te Rotterdam. Daarna werd de kiel gelegd voor een petroleumtankschip, groot pl.m. 725 last, voor rekening der heeren Gebr. Tendel te Aden.
- Rijsoord, 23 Maart. Vernamen wij uit deze courant dat het vlaswerk sterk begint in te krimpen, te dezer plaatse kunnen wij ons verheugen in overvloed van werk. Wel zullen er straks als naar gewoonte eenigen naar het noorden des lands vertrekken tot het verrichten van veldarbeid, dit is echter meer uit gewoonte dan uit behoefte.
Met het uitzaaien van lijnzaad is reeds een begin gemaakt; de uitzaai zal echter beduidend mindeer zijn dan het vorige jaar, hetgeen niet is te verwonderen, daar voor vele vlasbouwers dee verliezen in het loopende campagnejaar groot zijn.
- Hendrik-Ido-Ambacht, 27 Maart. Heden namiddag omstreeks half twee kwam, in den Noord nabij de Rietbaan onder deze gemeente de tjalk van schipper J. MARTENS [= Jacob Martens, zoon van Marten Martens en Aleida Westenberg], van Rotterdam, in aanvaring met een klein aakschip, tengevolge waarvan het touw, waarmede de mast van dit vaartuig aan de boegspriet was bevestigd, brak, de mast voorover sloeg en terecht kwam op het hoofd van Martens, die op het achterdek zijner tjalk stond. Daar het bloed hem uit neus en mond vloeide, riep de knecht terstond de hulp eener sleepboot in, welke de tjalk naar de Wolwevershaven te Dordrecht sleepte, ten einde heelkundige hulp te zoeken. Spoedig werd die verleend door den heer off. van gez. dr. Schepers, die verklaarde dat het hoofd van den schipper inwendig zwaar gekwets was, om welke reden hij zijne opneming in het Gasthuis gelastte. Door tusschenkomst der politie werd daaraan voldaan. De schipper is aan de gevolgen overleden.
- Zwijndrecht, 27 Maart. Heden morgen omstreeks 10 uur ontstond er een begin van brand op den zolder van de woning, bewoond door P. STAAT, winkelier en vrachtrijder alhier.
De brand, die blijkbaar in den schoorsteen was ontstaan, werd gelukkig tijdig door de buren ontdekt en door de spoedig en flink verleende hulp mocht men er in slagen den brand binnen een ...;