Dordrecht, 19 December
Het Museum „Oud-Dordrecht". (Slot).
Ter zijde van het raam dat uitzicht geeft op de Voorstraatshaven hangen een aantal gezichten op oude, sedert gesloopte gebouwen en in onzen tijd verbouwde stadsgedeelten. Voor een groot deel zijn zij door den heer C.F. Bendorp of diens vader geteekend en gelithographeerd. ‘Het Augustijnenklooster zooals er dit voorheen van de Voorstraatzijde uitzag, de nu onherkenbare Leuvenbrug, de Nieuwbrug vóór de verbreeding (met het fraaie huis Kruicenburg op den hoek en daarachter het huis genaamd Samson, waar leden van het beroemde schildersgeslacht Cuyp langen tijd hebben gewoond) - ze zijn onder andere hier ...
... Alvorens de donkere trap op te gaan naar het koepeltje, kunt gij een blik werpen op de merkwaardige afbeeldingen der reusachtige vlotten, waarmede (ten bate vooral van don smokkelhandel, vermoedelijk) het hout Rijnafwaarts naar onze stad gevoerd werd.
Heeft Dordt zich in dezen tak van handel nog kranig staande gehouden: op een ander gebied van welvaart, dat der reederij, is de roem onzer stad helaas vervlogen, en met weemoed kunt gij de scheepsa modellen aanzien, óók in dit zaaltje geplaatst. In de enge ruimte van het koepeltje, met zijn heerlijk uitzicht naar alle zijden, bij heldere dagen een panorama opleverend van een der rijkste en schoonste streken van ons land - de vele Fransche, Engelsche en Amerikaansche artisten die elk jaar te Dordt en in den omtrek studies komen maken zouden verbaasd zijn te vernemen, dat er nog zooveel Dordtenaars zijn die naîf-weg vragen wat er toch voor moois aan hun stad is! — hier zijn, behalve curieuse gildeschildjes, de vaantjes der burgercompagníën, de vaandels van verschillende gezelschappen, een zeer fraaie koperen lichtkroon (uit de Augustijnenkerk), waarvan ten minste een gedeelte uit of van vóór het tijdvak van Karel V moet dagteekenen — de groots schatten van ons museum, door stevige metalen blinden tegen inbraak beschermd, opgeborgen.
Een der vitrines bevat penningen op meer algemeene gebeurtenissen, vooral met betrekking tot de vorsten uit het Oranjehuis; een andere, draagteekens en dergelijke merkwaardigheden van meer speciaal Dordtsch belang. In een volgend kastje zijn kostbaarder Dordische penningen opgeborgen, waaronder zeer zeldzame: muntproeven van v. Nievelt en Crena; gildepenningen, eerepenningen, enz. Hier zijn ook de De Witten—penningen geëxposeerd. En ook het overige deel der door de gemeente in bruikleen gegeven prachtige collectie-Beelaerts is hier aanwezig. Hierbij o. a. de penning op den tocht naar Chatham, op last der Staten van Holland geslagen, die in 1672 een der voorwendselen leverde tot de oorlogverklaring, ons dooi-Engeland gedaan; de merkwaardige en uitnemend uitgevoerde penning n°. 249 (A0. 1672) op de noodzakelijkheid der verheffing van prins Willem tot stadhouder: het oranjeboompje flink opgeschoten met het bijschrift: „A Jehovah hoc factum est”; eindelijk een groote zilveren pen- ning op liet overlijden van prins Willem II. Men ziet hier te eener zijde den lijkstoet op het Buitenhof, daarboven Phaeton die uit de lucht geslingerd wordt; aan de keerzijde het Trojaansche paard, met een curieus randschriit in latijn --- het geheel is natuurlijk een door de Amsterdammers uitgedachte toespeling op Willems niislukten aanslag op de hoofdstad.
...