Rijsoord, 2 Augustus. Jl. Zondag hield ds. W. Lamers, predikant bij de Ned. Hervormde gemeente, zijne afscheidsrede. Groot was het getal opgekomenen, groot de belangstelling bij de godsdienstoefening. En geen wonder, zeven jaren heeft ds. Lamers, deze gemeente gediende, lief en leed met haar gedeeld. ZEerw. herdacht dit, naar aanleiding van Job. 5 vers 18 en hoewel alles niet opsommende wat al gepasseerd was, werden wij bij veel bepaald, dat ons aangenaam aandeed. De leeraar beval verder den consulent der gemeente ds. Sitton, van Heerjansdam, de belangen van deze gemeente aan, dankte kerkelijke en burgerlijke beambten en bedienden voor de medewerking en belangstelling, in het bijzonder nog hen die mevrouw Lamers hulp hadden verleend bij de oprichting en instandhouding der Zondagschool. De gemeente, zichtbaar geroerd, zond den scheidenden leraar gezang 86 toe en daarna sprak ds. Sitton tot zijne ambtsbroeder Lamers, hen dankende voor al hetgeen hij voor deze gemeente gedaan had, en verzocht de vergaderden in het bedehuis te zingen Psalm 121 vers 4, waarnaan met gevoel werd voldaan. Wij roepen ZEerw. bij deze een hartelijk vaarwel toe, uit naam van al de gemeentenaren, in wier belang hij zich zooveel opofferen getroostte. Naar wij uit goede bron vernemen, zal ds. Lamers zijne afscheidsrede in druk laten verschijnen, ten voordeele van de Zondagschool. Velen zullen gewis dit woord van nadenken in bezit willen hebben.