- Rijsoord, 12 Juni. Vrijdagmidddag omstreeks 1 uur, toen M. de Jong thuis kwam, om het middagmaal te houden, miste zijne vrouw het oudste zoontje, ruim 2 jaar oud. Na eenige zoeken zag de vader de klompjes van den leiven kleine in den vleit drijven. Spoedig begaf hij zich dan ook te water en haalde het lijkje er uit. Dr. Flohil, die inmiddels gekomen was, kon ook niet anders dan den dood constateeren.
- De landbouwer P. Visser zou Zaterdagmiddag gaan melken. Voor de karos stond een jong paard en op de karos zaten, behalve Visser, zijne drie knechts, drie zijner kinderen, twee zoontjes een een dochtertje, en een jongen uit de buurt. Op de hoogte van de Lagenhoeve gekomen deed het paard een zijsprong, waardoor het vrij kwam en tot aan het hek der weide doorholde. De karos tuimelde van den dijk en allen, die er op zaten, bekwamen door den val grootere of kleinere wonden. Het ergste evenwel waren het jongste zoontje en het dochtertje er aan toe. De eerste had eene gapende wonde aan een der beenen, terwijl de laatste inwendig gekneusd was. Beide kinderen werden bij de omwonenden binnen gebracht, en, nadat men bij het jongetje het eerste verband had gelegd, huiswaarts gereden.
- De Raad van Beroep (Ongevallenverzekering) te Dordrecht, deed Maandag jl. uitspraak in de volgende zaken:
G. Bestebreurtje alhier, die zich bij het invullen zijner loonlijsten in zooverre vergist, dat hij op de lijst van 1903 het loon had gezet van 1904 en daarna nogmaals hetzelfde bedrag had ingevuld op de lijst van 1904, zulks terwijl hij eerst sedert den zomer van 1904 werklieden in zijn dienst had gehad. De Rijksverzekeringsbank stelde natuurlijk het bedrag der premie vast overeenkomstig de ingediende loonlijsten. Ter terechtzitting bleek de vergissing; zijne vordering werd dan ook toegewezen en het bedrag der premie werd bepaald op hetgeen bij eerst had betaald.
A. Reedijk, chemicus alhier, heeft tengevolge vavn een ogneval een eenigszins stijven linkerwijsvinger. Het bestuur der Rijksverzekeringsbank achtte zijne geschiktheid tot werken niet noemenswaard vermidnerd en de Raad van Beroep vereenigide zich met die opvatting, overwegend, dat hij zijn werk wel eenigen hinder heeft van den getroffen vinger, maar hij dientengevolge niet ogneschikt is gevonden tot werken, zelfs niet in de geringste mate.
- Zwijndrecht, 12 Juni. De onlangs doorgebrande vloer van een der ovens der Zwijndrechtsche Glasfabriek is wederom geheel hersteld. In het laatst der vorige week is men begonnen met de vulling en het op hitte stoken der ovens, zoodat naar men verneemt de blazers weder in [...]